Wat is de betekenis van getraind?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

getraind

getraind - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van trainen getraind - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een persoon: dat hij of zij veel geoefend heeft en goed in staat is de gewenste prestatie te leveren De getrainde wielrenners verschenen fris en monter aan de start. Synoniemen...

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Getraind

geoefend, vooral voor wedstrijden; gewend (aan iets lastigs).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

getraind

bn. (geoefend, geschoold): een getraind fietsrijder; zie trainen. (ai = ee).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

getraind

(gə'trejnt) bn. geoefend, geschoold : een fietsrijder.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

getraind

bn., geoefend, door oefening tot iets in staat: in iets zijn, getrainde voetballers.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

getraind

getraind - geoefend, vooral voor wedstrijden; gewend (aan iets lastigs).

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Getraind

GETRAIND, bn. geoefend (inz. voor wedstrijden) in iets getraind zijn