Wat is de betekenis van gestalte?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gestalte

gestalte - Zelfstandignaamwoord 1. de vorm van een rechtopstaande mens Er verscheen een rijzige gestalte op de heuvel. Synoniemen figuur

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gestalte

gestalte - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-stal-te 1. vorm van het lichaam ♢ zijn lange gestalte maakte veel indruk Algemene uitdrukkingen: 1. ergens gestalte aan geven [het maken of ui...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gestalte

gedaante; grootte.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gestalte

s., stal (it), postuer (it), gebou (it).

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gestalte

v. -n (1 iems. lichaamsgedaante inz. in betrekking tot zijn lengte; postuur; 2 gedaante; 3 uiterlijke vorm van iets; in deze bet. vero.): 1. een rijzige gestalte, groot van gestalte; zie stal (vorm); 2. allerlei zonderlinge gestalten; 3. de schijngestalten van de maan.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gestalte

(gə'staltə) v. (-n, -s) [stellen] 1. lichaamsgedaante inz. met betrekking tot de lengte: een ranke, rijzige,slanke -; groot van -. 2. Algm. gedaante : zonderlinge -n zag hij voorbijtrekken; de schijngestalten der maan. Syn. → figuur.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gestalte

v. (-n, -s), 1. uiterlijke vorm waarin zich iets voordoet: in een cilinderspiegel heeft alles een zonderlinge -; de vier gestalten (of schijngestalten) van de maan; 2. lichamelijke gedaante, m.n. met betrekking tot de lengte: hij was rijzig van de nauwsluitende japon deed haar slanke nog beter uitkomen; 3. gedaante: een lange naderde.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Gestalte

op ’t voorbeeld van ’t Hgd. Gestalt, afgel. van stellen = ordenen, regelen, plaatsen (vgl. gesteltenis). — Bij Bilderdijk vaak stal (z. d. w.).