Wat is de betekenis van gespierd?

gespierd - Bijvoeglijk naamwoord 1. met sterk ontwikkelde stevige spieren gespierd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van spieren Woordherkomst voltooid deelwoord van spieren

gespierd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-spierd 1. met sterke spieren ♢ die schaatser heeft een gespierd lichaam 1. gespierde taal [vol gedurfde uitspraken] Bijvoeglijk naamwoo...

adj., (spier)sterk; — in de armen, earmsterk; — zijn, gâns yn 'e bouten, mouwen hawwe, jins macht wol hawwe, wol immen tille, huffe, hutte kinne.

...

bn. (1 spieren hebbend als in de bepaling wordt uitgedrukt; 2 met sterke spieren, krachtig, sterk; 3 van de stijl: kernachtig, niet gerekt): 1. een sterk gespierd man; 2. een gespierd man, een gespierde arm; 3. een gespierde stijl.

(gə'spi:rt) bn. (-er, -st en meest -) 1. met zodanige spieren : ruw -. 2. met sterke spieren : een -e arm; een man. 3. kernachtig, krachtig: een -e stijl. Tgst. gerekt.

bn. (-er, -st of meest gespierd), 1. sterke, krachtige spieren hebbend, krachtig, sterk: zijn gespierde arm; 2. (fig.) (van de stijl) krachtig, kernachtig: gespierde taal.

...

GESPIERD, bn. (-er, -et of meest-), sterke, krachtige spieren hebbende, krachtig, sterk zijn gespierde arm; eene gespierde worsteling, die van groote spierkracht der strijders blijk geeft; — (fig.) (van den stijl) krachtig, kernachtig: gespierde verzen. GESPIERDHEID, v.