gesjochten
(1860) (Barg.) arm; ongelukkig. 'Een gesjochten jongen': iemand die arm of in het ongeluk geraakt is. Van het Hebr. gesjogten, geslacht, gedood. Sjahat: slachten. • Dat's een mooi ding! Op avontuur is hij dood: dan ben ik gesjochten voor mijn vracht. (Justus van Maurik: Papieren kinderen. 1888) • Als je niet elken Vrijdagavond in een He...