Wat is de betekenis van Germaan?

2024-04-18
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Germaan

Het begrip Germaan heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die behoort het Germaanse volk. iemand die behoort tot het volk dat in de eerste eeuwen van onze jaartelling het gebied tussen Noordzee, Rijn, Donau en Weichsel bewoonde. Meestal in de meervoudsvorm in toepassing op het hele volk. 2) afstammeling van het Germaanse vo...

2024-04-18
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Germaan

Zie German

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Germaan

Germaan - Zelfstandignaamwoord 1. elk van de leden van de volksstammen die rond het begin van onze jaartelling tussen Noordzee, Schelde, Maas, Rijn, Donau en Weichsel woonden 2. elk van de nakomelingen uit de stammen die een Germaanse taal spreken (de belangrijkste Germaanse talen zijn het Nederlands, Duits, Engels, Fries, Noors, Dee...

2024-04-18
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Germaan

Bij Sint-Germaan is een eedformule waarbij de heilige Germaan tot getuige wordt aangeroepen dat men de waarheid spreekt. Het ijdel gebruik van die eedformule maakt haar tot vloek, die, om te voorkomen dat de heilige dat gebruik aan de spreker zou vergelden, verbasterd en dus afgezwakt kan worden. Wij vermoeden dat het hier gaat om Sin...

2024-04-18
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Germaan

m -> German (Zuid-Ndl.).

2024-04-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Germaan

Germaanse ras (Swede, Duitsers, Engelse, ens.).

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Germaan

s., Germaen.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Germaan

m. Germanen (naam aan volksstammen in Midden-Europa gegeven door de Galliërs en de Romeinen; de volken van deze stammen afkomstig: Engelsen, Noren enz., inz. Duitsers), (g = g).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Germaan

(ger'ma:n) m. (...manen) 1. Algm. een der → Germanen. 2. Inz. Duitser.