Wat is de betekenis van gereed?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gereed

gereed - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van reden gereed - Bijvoeglijk naamwoord 1. als predicaat: voor gebruik klaar gemaakt Is de bagage gereed om in de auto gezet te worden? 2. als attribuut: redelijk, serieus te nemen Er is gerede twij...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gereed

gereed - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-reed 1. er hoeft niets meer aan gedaan te worden ♢ het kunstwerk is eindelijk gereed 1. gerede twijfel [die voor de hand ligt, verklaarbaar is]...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gereed

klaar, bereid.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gereed

adj. & adv., ré, klear, feardich furdich; — staan, op 'e hip, op hip en sprong stean; de koffie, thee is —, de kofje, thé is brún.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gereed

I. bn.; gereder, gereedst (1 van personen: bereid tot iets, klaar tot iets; 2 van personen: klaar met iets; 3 van zaken: klaar): 1. ik ben altijd gereed om u te helpen; 2. Duitsland was in 1914 met zijn legerorganisatie gereed; 3. is het ontbijt gereed? met Pasen is hun werk gereed; nog: gereed geld, geld, waarover men onmiddellijk kan beschikken;...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gereed

(gə're:t) bn. en bw. (gereder, -st) [~ (be)reid] 1. geschikt en op het punt om iets nieuws te beginnen: ik ben om te gaan. 2. bereid na voorafgaande beschikkingen : zijt gij eindelijk om mee te gaan? op tijd -; tot alles -; steeds om te helpen. Syn. → af. 3. Recht, het eerst vragend: de meest gerede partij. 4. klaargemaakt: is het eten...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gereed

bn. en bw. (-reder, -st), 1. bereid: hij is steeds om te helpen; 2. klaar voor een te verrichten handeling, ertoe kunnende overgaan: ik ben voor de reis —; (recht) de meest gerede partij, die het eerst bereid of in staat is zich tot de rechter te wenden; 3. klaar met een handeling die verricht moest worden, bent u — met uw werk?; 4....

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Gereed

van zich gereiden = zich gereed maken; vgl.: „Die coninck ghinc hem (= zich) ghereiden ende cleiden'' (= kleeden). Zie ook Bereid. — Gerei — paardentuig; zie Bereiden.