geposeerd
geposeerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van poseren
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (bezadigd, bedaard): een geposeerd man, op gevorderde leeftijd; geposeerd spreken.
Jozef Verschueren (1930)
(‘ze:rt) bn. en bw. (-er, -st) 1. gezet: een man. 2. bedaard, bezadigd : spreken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. bezadigd, bedaard, evenwichtig: hij is niet meer zo’n enthousiasteling, veel geposeerder geworden; — spreken; iemand van geposeerde leeftijd, gevorderde leeftijd; 2. (gew.) gezet; 3. berustend op een pose; gemaakt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: