Wat is de betekenis van genoegen?

genoegen - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-noe-gen 1. tevreden en met plezier ♢ ik heb met veel genoegen naar hem geluisterd 2. wat leuk en plezierig is ♢ dat zijn de genoegens van het buite...

genoegen - Staat van emotionele, mentale of fysieke dankbaarheid. Verwijst ook naar de bron van geluk of plezier.

s.n., nocht, wille, nju (de & it) fornoeijing, fornoeging, fornoegen (it); iem. een — doen, immen to wille wêze; met alle —, mei alle wille, leafde; geen — hebben, gjin hael hawwe.

...

I. o., in bet. 2 -s (1 bevrediging, voldoening, tevredenheid; 2 vermaak, plezier): 1. genoegen geven; er genoegen van beleven; naar genoegen; ten genoegen van iedereen; genoegen nemen met iets; zijn genoegen eten en drinken; een blos, een glans van welgevallen; 2. iem. een genoegen doen; zich een genoegen van iets maken; dat doet, geeft mij (veel)...

(gə'noegən) [~ genoeg] A. o. (-s) I. Eig. [waarbij het begrip van genoeg nog gevoeld wordt] bevrediging, voldoening: geven; nemen in, met iets; wie kan het voegen naar elks -? ten van iemand of naar iemands -; tot algemeen -; aan iets beleven. Syn. → blijdschap. II. Metn. 1. hoeveelheid die iemand genoegen (I) schenkt: zijn eten, drin...

o. (-s), 1. voldoening, bevrediging: ten of naar — (van iemand), op zodanige wijze dat hij voldaan, tevreden is: het is tot algemeen afgelopen, tot ieders tevredenheid; — met iets nemen, zich ermee tevreden stellen; veelal met de gedachte dat men niet ten volle eist of ontvangt wat men had kunnen eisen of mogen verlangen; 2. welgevalle...

...

...