Wat is de betekenis van Genieting?

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Genieting

s., geniet (it), genot (it).

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

genieting

v., bet. 2 v. -en (1 het smaken van genot, w.i.g.; 2 iets, waardoor men geniet): 1. blijde genieting; 2. aardse genietingen, geneugten.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

genieting

(gə'ni:ting) v. (-en) 1. Eig. het genieten, genot, maar minder gebruikelijk. 2. Metn. wat doet genieten: de aardse -en; de -en der wereld; lage, ongeoorloofde, zondige -en.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

genieting

v. (-en), 1. het smaken van genot; 2. een bepaalde vorm van genot, iets dat iemand kan doen genieten: hij is niet toegankelijk voor hogere genietingen.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Genieting

GENIETING, v. het smaken van genot; —, (-en), een bepaalde vorm van genot, iets dat iem. kan doen genieten hij is onvatbaar voor hoogere genietingen; de genietingen des vleesches, dezer wereld.

2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Genieting

zie Genot.