Wat is de betekenis van Genieten?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

genieten

genieten - Werkwoord 1. (ov) voordeel hebben van iets. Het bedrijfsleven geniet er vele belastingvoordelen. Woordherkomst van Middelnederlands ghenieten, met het voorvoegsel ge-, verwant aan nut en genoot

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

genieten

genieten - onregelmatig werkwoord uitspraak: ge-nie-ten 1. er plezier aan beleven ♢ we hebben erg genoten van die muziek Algemene uitdrukkingen: 1. hij was niet te genieten [in een erg slec...

2024-04-20
De A is van Amalia, die is allochtoon, een multiculti ABC

Hans Kaldenbach (2007)

Genieten

Veel Nederlanders kunnen door hun calvinistische houding slecht genieten. Genieten lijkt wel een zonde. Opvallend is het gemak van genieten in veel zuidelijke landen. Kijk om u heen op een terrasje. Wie laat een half flesje cola staan omdat ze genoeg gedronken hebben? Vrijwel nooit een blanke Nederlander. Die drinkt het op: je hebt ervoor betaald,...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

genieten

(genoot, genoten) - genieten van een goed pensioen/inkomen, hij heeft, geniet een goed pensioen/inkomen.

2024-04-20
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Genieten

In: een uitkering genieten. Een uitkering ontvangen.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Genieten

v., geniet(sj )e, g e n o a t, gen o a t e n; alles ten volle —, alles meinimme.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

genieten

genoot, h. genoten (1 ontvangen, krijgen, nemen; 2 in het genot van iets zijn, de voordelen er van krijgen [voortdurend]; 3 zich in iets verlustigen; genot hebben van; 4 genot hebben, smaken): 1. de vrucht, het loon van zijn arbeid genieten; 2. een salaris genieten van ..; een goede gezondheid genieten, bij voortduring in het genot er van zijn; ee...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

genieten

(gə'ni:tən) (genoot, genoten; heeft genoten) [nut] 1. krijgen, nemen, ontvangen: voordelen, voorrechten -; een salaris van...; de vrucht, het loon van zijn arbeid -; hij genoot de eer naast de gastvrouw te worden geplaatst. 2. de voordelen van iets ontvangen: een verzorgde opvoeding ; een beste, goede, uitnemende gezondheid -. 3. gebruiken,...