Gĕna
ae, f., gewl. plur. gĕnae, ārum, f. 1. wang; soms ook = kinnebak, kaak. 2. plur. genae, poët. meton. = oogholte, ook = ogen.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ae, f., gewl. plur. gĕnae, ārum, f. 1. wang; soms ook = kinnebak, kaak. 2. plur. genae, poët. meton. = oogholte, ook = ogen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: