Wat is de betekenis van gemeier?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gemeier

(1940) (inf.) gezeur; gezever. Van het werkwoord 'meieren' (langdurig kletsen). Voor syn. kijk onder gebitch*. Zie ook: kletsmeier*. • Als het niet anders ging dan weg met dat gemeier over imbecielen, ... (Julius Woltring: Massa-actie en massa-mentaliteit. 1940) • . . .altijd hetzelfde gemeier . . . treintjes . . ....

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)