Wat is de betekenis van gemeenschap?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gemeenschap

gemeenschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-meen-schap 1. groep mensen die samenleeft en samenwerkt ♢ de buitenlanders vormen hier een hechte gemeenschap 1. dat wordt betaald door de gemeenschap ...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

gemeenschap

(de, -pen) <bnl.> een van de drie delen van België met een eigen regering en parlement, bevoegd voor persoonsgebonden zaken, zoals onderwijs en cultuur: [i]de Vlaamse, Franse, Duitstalige Gemeenschap. [/i]zie gewest.

2024-04-20
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gemeenschap

Gemeenschap, sinds 1980 de in de grondwet vastgelegde aanduiding voor een taalgroep in België met eigen bevoegdheden op cultureel gebied. Er zijn een Vlaamse, een Franse en een Duitse gemeenschap. De Vlaamse gemeenschap is bevoegd voor de inwoners van het Vlaamse gewest en voor de Nederlandstaligen in Brussel. De Franse voor de Franstalige inwoners...

2024-04-20
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gemeenschap

Aanduiding van overkoepelende organen van het Zaanse verenigingsleven, die na 1945 in de meeste gemeenten ontstonden. De ‘gemeenschappen’, die ook elders in het land ontstonden, waren een uiting van de in de Tweede Wereldoorlog gegroeide behoefte om sociale scheidslijnen te verminderen. Daarom wilde men tot samenwerking komen van de tal...

2024-04-20
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

gemeenschap

het deelhebben der gelovigen aan de zegeningen van Christus en de heilige Geest.

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gemeenschap

van winst en verlies. Huwt men, dan kan deze gemeenschap bij huwelijkse voorwaarden worden bedongen. Hetgeen elk van beide echtgenoten in het huwelijk meebrengt, zal zijn eigendom blijven, maar de tijdens het huwelijk ontstane baten en lasten zijn gemeenschappelijk.

2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

GEMEENSCHAP

betekent in het algemeen deelgenootschap aan eenzelfde goed (bijv. gemeenschap van goederen in het huwelijk). Sociologisch wordt er iedere menselijke groepering mee aangeduid. Er zijn vele samenlevingsvormen; de mens toch is sociaal van aard; wat zeggen wil dat hij door de natuur - of beter door de Schepper niet gedacht is als een geïsoleerd l...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gemeenschap

s., mienskip; indoen hebben, yn 'e mande dwaen, hawwe.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)