Wat is de betekenis van gemeenplaats?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gemeenplaats

gemeenplaats - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-meen-plaats 1. afgezaagde uitdrukking die iedereen wel kent ♢ hij gebruikt altijd veel gemeenplaatsen Zelfstandig naamwoord: ge-meen-plaats de gemeenplaats ...

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemeenplaats

v. -en (alledaags gezegde, waarvan men de kracht niet meer voelt; overbekende waarheid): afgezaagde gemeenplaatsen.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gemeenplaats

Gemeenplaats - (naar Lat. locus communis, gemeenschappelijke plaats, vindplaats aan iedereen bekend, waar iedereen gaat putten), een algemeen bekende, door niemand bestreden, nietszeggende uitspraak; ook onoorspronkelijke, afgezaagde zegswijze, waardoor men zonder iets persoonlijks zijn gedachte uitdrukt. → Cliché (2°); Dichterlijke...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemeenplaats

v. (-en) alledaags gezegde : een rede vol -en.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gemeenplaats

v./m. (-en), alledaags, veelvuldig gebruikt gezegde waarvan men de oorspronkelijke kracht niet of haast niet meer voelt; spreken in gemeenplaatsen, niets nieuws te zeggen hebben.

2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-03-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gemeenplaats

veelvuldig gebruikt gezegde, afgezaagde uitdrukking waarvan de oorspronkelijke kracht niet meer gevoeld wordt en die zoodoende tot een zegje zonder beteekenis is geworden.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemeenplaats

GEMEENPLAATS, v. (-en), een alledaagsch, veelvuldig gebruikt gezegde waarvan men de oorspronkelijke kracht haast niet meer gevoelt.