gemeenplaats
gemeenplaats - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-meen-plaats 1. afgezaagde uitdrukking die iedereen wel kent ♢ hij gebruikt altijd veel gemeenplaatsen Zelfstandig naamwoord: ge-meen-plaats de gemeenplaats ...
Muiswerk Educatief (2017)
gemeenplaats - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-meen-plaats 1. afgezaagde uitdrukking die iedereen wel kent ♢ hij gebruikt altijd veel gemeenplaatsen Zelfstandig naamwoord: ge-meen-plaats de gemeenplaats ...
M. J. Koenen's (1937)
v. -en (alledaags gezegde, waarvan men de kracht niet meer voelt; overbekende waarheid): afgezaagde gemeenplaatsen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Gemeenplaats - (naar Lat. locus communis, gemeenschappelijke plaats, vindplaats aan iedereen bekend, waar iedereen gaat putten), een algemeen bekende, door niemand bestreden, nietszeggende uitspraak; ook onoorspronkelijke, afgezaagde zegswijze, waardoor men zonder iets persoonlijks zijn gedachte uitdrukt. → Cliché (2°); Dichterlijke...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), alledaags, veelvuldig gebruikt gezegde waarvan men de oorspronkelijke kracht niet of haast niet meer voelt; spreken in gemeenplaatsen, niets nieuws te zeggen hebben.
J. Kramer (1908)
veelvuldig gebruikt gezegde, afgezaagde uitdrukking waarvan de oorspronkelijke kracht niet meer gevoeld wordt en die zoodoende tot een zegje zonder beteekenis is geworden.
J.H. van Dale (1898)
GEMEENPLAATS, v. (-en), een alledaagsch, veelvuldig gebruikt gezegde waarvan men de oorspronkelijke kracht haast niet meer gevoelt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: