Wat is de betekenis van gemaal?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gemaal

Het begrip gemaal heeft 3 verschillende betekenissen: 1) echtgenoot. echtgenoot, vooral van een vorstin, een vrouw van koninklijken bloede of een andere vooraanstaande dame; ook wel: echtgenoot van een gewone burgervrouw. In dat laatste geval wordt het woord vaak ironisch gebruikt. Meestal voorafgegaan door het bezittelijk voornaamwoord h...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gemaal

gemaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-maal 1. persoon met wie een vrouw getrouwd is ♢ de gemaal van koningin Beatrix heette Claus Zelfstandig naamwoord: ge-maal de gemaal Synoniemen echtgenoot, man Tegens...

2024-04-23
Waterschaps begrippenlijst

Hoogheemraadschap van Rijnland (2016)

Gemaal

Een pompstation dat water in of uit een gebied pompt. Een afvoergemaal pompt het water een gebied uit, een inlaatgemaal pompt het water een gebied in.

2024-04-23
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Gemaal

Elektrisch aangedreven watergemaal, veelal voorzien van een vijzel.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gemaal

gesanik; man, eggenoot.

2024-04-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gemaal

Combinatie van een krachtwerktuig met een daaraan gekoppeld wateropvoerwerktuig, meestal in één gebouw verenigd, met de bijbehorende zuig- en persleidingen, afsluiters, c.d. Dient voor bemaling. Het g. kan zijn: Stoom-g., krachtwerktuig een stoommachine; sinds midden 19e eeuw veel gebouwd; thans niet meer; vergt zeer groot gebouw,...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gemaal

s.n., gemael (it).

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gemaal

installatie tot het opmalen van overtollig water in polder of boezem; z Bemaling.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Gemaal

Benaming zowel voor echtgenoot als voor leuterpraat.