Wat is de betekenis van gemaakt?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gemaakt

gemaakt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-maakt 1. wat vervaardigd, geproduceerd is ♢ de gemaakte cadeaus werden ingepakt 2. niet natuurlijk, niet echt ♢ zij kan zo'n gemaakte stem opzetten...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gemaakt

adj. & adv., eptich, trinten, ynfieren, opdwaenderich.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemaakt

bn., bw. (1 kunstmatig vervaardigd; 2 geveinsd; 3 gekunsteld, gedwongen): 1. gemaakte bloemen, kunstbloemen; 2. gemaakte nederigheid; 3. met een gemaakte stem, gemaakte taal; hij is wat gemaakt in zijn manieren, d.i. stijf, de eenvoud missende; gemaakt spreken, gemaakt lachen, op gekunstelde wijze, eenvoud missend; gemaakt glimlachen, geaffecteerd...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemaakt

(gə'ma.’kt) bn. en bw. (-er, -st) 1. kunstmatig vervaardigd : -e bloemen. →: kleed. 2. gehuicheld, geveinsd : -e nederigheid. 3. gedwongen, gezocht : een -e stem; -e manieren; -e taal; een uiterlijk; (glim)lachen, spreken. Syn. →: geaffekteerd.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gemaakt

bn. en bw. (-er, -st), 1. kunstmatig vervaardigd: gemaakte bloemen, kunstbloemen; gemaakte kleren, kledingstukken die men kant en 1 klaar in de winkel koopt, confectie; in tegenstelling tot kleren op maat; 2. voorgewend, gehuicheld: gemaakte angst, verwondering; een gemaakte boodschap, een voorgewende boodschap om een doel te bereiken dat men voor...

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemaakt

GEMAAKT, bn. bw. kunstmatig vervaardigd: gemaakte bloemen, kunstbloemen; — gemaakte kleeren, kleedingstukken die men kant en klaar in den winkel koopt, in tegenstelling van kleederen op maat; — voorgewend, gehuicheld een gemaakte lach: gemaakte angst; eene gemaakte boodschap, eene voorgewende boodschap om een doel te bereiken, dat men...

2024-04-20
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gemaakt

Gemaakt, vd. zie MAKEN. *-, bn. af, gereed, voltooid; gedaan; (fig.) geveinsd, gedwongen, geaffecteerd, onnatuurlijk; -e bloemen, kunstbloemen. *-HEID, v. gmv. gekunsteldheid.