Gelukkig — gelukzalig — tevreden — vergenoegd — wel¬zalig — zalig
Tevreden noemt men hem, wiens gemoedsrust door geen onbevredigde wenschen gestoord wordt; vergenoegd hem, die zijne tevreden¬heid door eene opgeruimde stemming kenbaar maakt; gelukkig hem, dien hetgeen hij bezit zoo volkomen bevredigt, dat er als het ware niets te wenschen voor hem overblijft en hij onder den indruk verkeert van zijn gunstig lo...