Wat is de betekenis van geluidloos?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

geluidloos

geluidloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-luid-loos 1. met weinig of geen geluid ♢ geluidloos verdween hij uit de zaal Bijvoeglijk naamwoord: ge-luid-loos de/het geluidloze ... Synoniemen geruis...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geluidloos

adj., lûdleas

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geluidloos

bw., 1. zonder geluid voort te brengen: dook hij weg in het struikgewas; bn., geen geluid voortbrengend: een — klokje; 2. (fig.) zonder opzien te verwekken: iemand laten verdwijnen.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten