Wat is de betekenis van geloofsbrief?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

geloofsbrief

Het begrip geloofsbrief heeft 4 verschillende betekenissen: 1) brief, oorkonde van een gemachtigde. brief, oorkonde die door een vorst of van staatswege wordt afgegeven aan een gezant of afgevaardigde, zoals een ambassadeur, waarbij deze gemachtigd wordt in een ander land een bepaalde taak te vervullen als wettig erkende lasthebber. Voora...

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

geloofsbrief

geloofsbrief - Wordt gebruikt als aanduiding voor een bewijs van gezag, status, rechten, recht op privileges, en dergelijke.

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Geloofsbrief

gewoonlijk gebruikt in het meervoud, wordt o.m. door ambassadeurs en gezanten voor de aanvang van hun werkzaamheden overhandigd aan het hoofd van de staat waarbij zij geaccrediteerd worden. Door de overhandiging van de geloofsbrieven, opgesteld door het staatshoofd van de afzendstaat, treedt de diplomatieke ambtenaar in functie. Ook leden der volks...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

geloofsbrief

skrifïtelike bewys van iem. se wettige benoeming, identiteit, ens.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Geloofsbrief

(1) (Volkenrechtel.), schriftelijke legitimatie van gezanten en afgevaardigden naar internationale conferenties; (2) (Staatsrechtel.), bewijsstuk van erkenning als lid van een vertegenwoordigend lichaam (Kamers, Staten-Generaal, Provinciale Staten, Gemeenteraden).

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GELOOFSBRIEF

(staatsrechtelijk). Het lag voor de hand, dat de afgevaardigden in de oude vertegenwoordigende lichamen, de standenvertegenwoordigingen, moesten aantonen, dat hun aanwezigheid op een geldig mandaat berustte. Soms was het de vorst, veelal echter de standenvertegenwoordiging zelf, die dit onderzoek naar de legitieme aanwezigheid der vertegenwoordiger...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geloofsbrief

m. geloofsbrieven (in het mv.: bewijsstuk van 1 benoeming, 2 op wettige wijze gekozen te zijn): 1. de gezant overhandigde zijn geloofsbrieven; 2. de geloofsbrieven van de leden der Eerste Kamer.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geloofsbrief

m. (...brieven) bewijs van benoeming, verkiezing : de gezant overhandigde zijn ...brieven; de ...brieven van de leden der Eerste en der Tweede Kamer.