Wat is de betekenis van Gelijkmoedig?

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gelijkmoedig

adj., lykmoedich, evenredich, stadich.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gelijkmoedig

bn., bw. (voortdurend dezelfde kalme gemoedsgesteldheid bezittende; kalmgestemd, geduldig, lijdzaam): de wijsgeer blijft onder alle tegenspoeden gelijkmoedig; de rampen gelijkmoedig verdragen, op een gelijkmoedige wijze;.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gelijkmoedig

(gəlijk'moedəch) bn. en bw. (-er, -st) vootdurend kalm van gemoed: onder alle omstandigheden; ongelukken verdragen.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gelijkmoedig

bn. en bw. (-er, -st), (van personen en hun karakter) voortdurend dezelfde kalme gemoedsgesteldheid bezittend; kalm gestemd, geduldig onder smart en beproeving.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gelijkmoedig

GELIJKMOEDIG bn. bw. (-er, -st), (van personen en hun karakter) voortdurend dezelfde kalme gemoedsgesteldheid bezittende, kalm gestemd, geduldig onder smart en beproeving; — bw. (van wijze) op eene wijze die van kalmte, geduld of lijdzaamheid getuigt. GELIJKMOEDIGHEID, v.