Wat is de betekenis van gelegen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gelegen

gelegen - Bijvoeglijk naamwoord 1. geschikt, goed uitkomend Dit bezoek komt me nu niet gelegen gelegen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van liggen Woordherkomst voltooid deelwoord van liggen en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/), waarna verdubbeling v...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gelegen

gelegen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-le-gen 1. op een bepaalde plaats ♢ ons huis is gelegen aan een doorgaande weg 1. er is mij er veel aan gelegen [het is heel belangrijk voor mij]...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gelegen

adj.;komen, útkomme, passé skikke, foegje, flije; het komt mij niet — it is my to ûnhandich; er ligt mij niets aan die zaak —, der leit my neat oan dy saek gelegen, der is my neat oan dy saek fêst; is het er zo mee?, is de moune sa ynslein?

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gelegen

bn. (liggende, een plaats innemende): Arnhem is gelegen aan de Rijn; fig. er is in die woorden veel troost gelegen, besloten; te gelegener plaats en ure, gunstig of geschikt; iem. (net) gelegen komen, van pas; wat is er mij aan gelegen? wat heeft het voor mij te betekenen? er is mij veel aan gelegen, het is voor mij van groot belang.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gelegen

(gə'le:gən) bn. (-er, -st; meer -, meest -) 1. verl. deelw. van liggen : huizen staande en in die straat. 2. liggend : Antwerpen is aan de Schelde -. 3. besloten : in die woorden is veel troost -. 4. van pas : iemand komen. Tgst. ongepast. 5. verbonden, vast: aan Godes zegen is alles -. Gez. aan iemand, iets is veel, weinig -, die persoo...

2024-03-29
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gelegen

Adjectief: gelegen, opportuun. Werkwoord: gelegen komen, goed treffen, goed vallen, iem. voegen, goed bijeenkomen, passen, schikken, op het slag komen, iem. in de slinger vallen, op de nagang komen, juist van zoutte komen, juist (recht) ter snede komen (zijn), als geroepen komen, komen als een engel uit de hemel, pas geven, de gelege...

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gelegen

bn., 1. liggend of een plaats innemend: Rotterdam is — aan de Maas; het huis was — op een van de meest gezochte gedeelten van de Keizersgracht; staande en —, van huizen of panden gezegd, in notariële stukken of aankondigingen van verkoop; 2. in iets — zijn, erin besloten of te vinden zijn, erin bestaan: het hoofddoel...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)