Wat is de betekenis van Gekken?

gekken - Werkwoord 1. gekheid maken, schertsen, spotten ♢ De vader en de kinderen waren aan het gekken met moeder die er niet om wilde lachen. gekken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gek

Gekken zijn draaibare kappen op schoorstenen. Ze kunnen van hout of metaal zijn. De gek richt zich door middel van een windvaan op de wind, zodat de rook aan de open zijde onbelemmerd kan wegstromen.

v., gekje, gekjeije.

gekte, h. gegekt (gekheid met iets of iem. maken, spotten, jokken, schertsen): hij gekt maar; met iets gekken; daar is geen gekken mee; niet met zich laten gekken, spotten.

(gekte, heeft gegekt) 1. gekheid maken, jokken, schertsen: hij gekt maar; met iets -; daar is geen mee. Syn. ➝ boerten, gekheid (maken). 2. spotten: niet met zich laten -.

(gekte, heeft gegekt), 1. gekheid maken, schertsen: hij gekt, hij schertst, hij meent het niet in ernst; met iemand —, gekheid met hem maken, met hem schertsen; 2. met iemand —, de gek met hem steken, hem voor de gek houden; of: hem bespotten; daar is geen — mee, dat is een ernstige of gewichtige zaak, die niet lichtvaardig behan...

...

GEKKEN, (gekte, heeft gegekt), gekheid maken, schertsen, boerten, jokken hij gekt, hij schertst, hij meent het niet in ernst; — alle gekken op een stokje alle scherts ter zijde laat ons de zaak in ernst behandelen!; — met iem. gekken, gekheid met hem maken, met hem schertsen, of wel, hem voor den gek houden; — met iets gekken, d...

zie Schertsen.