Wat is de betekenis van geïsoleerd?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geïsoleerd

geïsoleerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van isoleren geïsoleerd - Bijvoeglijk naamwoord 1. afgezonderd van de omgeving De besmettelijke patiënt moest in een geïsoleerde kamer worden behandeld. Het goed geïsoleerde huis was makkelijk te...

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Geïsoleerd

afgezonderd

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Geïsoleerd

afgezonderd

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Geisoleerd

(< Ital. isola = eiland). Lett. als een eiland gelegen. Vb. geïsoleerd punt van een verzameling; geïsoleerd dubbelpunt van een vlakke algebraïsche kromme.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geïsoleerd

bn., bw. (afgezonderd; op zich zelf staande); zie isoleren.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geïsoleerd

bn. en bw. afgezonderd.

2024-04-24
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Geisoleerd

Afgezonderd, in de electriciteit eene geleiding, welke door middel van een niet-geleider is gescheiden van een ander geleidend gedeelte.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

geïsoleerd

geïsoleerd - afgezonderd; ook: electrisch afgezonderd.