Wat is de betekenis van Geheimschrijver?

2025-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

geheimschrijver

1) (1999) (horeca) zie citaat. • Een geheimschrijver is iemand die namens de bank en de brouwerij een oogje in het zeil houdt bij de horeca. Loopt een zaak niet helemaal lekker, dan is Eddy in de buurt om even een praatje te maken. (Vrij Nederland, 12/06/1999) 2) (2005) (politie) iemand van de inlichtingendienst. &bu...

2025-03-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

geheimschrijver

Secretaris. Naast haar zit Michel Embo, de geheimschrijver van de bende, de man die al het gestolen geld en goed ontvangt, BOON 1975, 125.

2025-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geheimschrijver

m. -s (eig. persoon, belast met de geheime of bijzondere briefwisseling van vorsten, staatscollegiën; secretaris in historische stijl en in Z.-N.).

2025-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geheimschrijver

m. (-s) 1. Eert. persoon met de geheime of biezondere briefwisseling van vorsten enz. belast. 2. Uitbr. sekretaris.

2025-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geheimschrijver

m. (-s), persoon belast met de geheime of bijzondere briefwisseling van vorsten, staatscolleges enz.; (gew.) secretaris.

2025-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geheimschrijver

GEHEIMSCHRIJVER, m. (-s), (inz. in den historischen stijl), een persoon, belast met de geheime of bijzondere briefwisseling van vorsten, staatscollegiën enz.; secretaris. GEHEIMSCHRIJVERSCHAP, o. (-pen).