gehavend
gehavend - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van havenen
Muiswerk Educatief (2017)
gehavend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-ha-vend 1. beschadigd, toegetakeld ♢ hij kwam gehavend uit de strijd tevoorschijn Bijvoeglijk naamwoord: ge-ha-vend de/het gehavende ...
Dr. E. Schröder (1980)
Gehavend betekent: geschonden, geteisterd, vernield. Het is het deelwoord van het werkwoord havenen, dat samenhangt met het woord have: bezit, nog over in haveloos. Havenen betekende dus oorspronkelijk: van have voorzien, dus: inrichten, meubileren. Algemener is de betekenis: behandelen, verzorgen, redderen, in orde brengen enz. Soms werd het werkw...
J. van Donselaar (1936)
: totaal gehavend, (term uit de sfeer van het garagebedrijf) total loss (auto). Zie ook: totel.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (toegetakeld): die schepen waren na de strijd erg gehavend; wat zien die kleren er gehavend uit, vol scheuren en gaten.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. 1. beschadigd, toegetakeld: uit de strijd komen. 2. gescheurd, vernietigd: wat is dat boek -!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: