Wat is de betekenis van gehandicapt?

2024-04-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

gehandicapt

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] invalide, (met een) (functie)beperking § - Toen de werkplaatsen voor mensen met een functiebeperking werden wegbezuinigd, zouden al die mensen bij gewone bedrijven aan de slag kunnen. Zouden ... [fig.] onthand, belemmerd - Wie voelt zich niet onthand zonder mobieltje?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gehandicapt

gehandicapt - Bijvoeglijk naamwoord 1. met een lichamelijke afwijking De gehandicapte jongen kon met een rolstoel toch nog naar school toe gaan. gehandicapt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van handicappen Woordherkomst Voltooid deelwoord van handicappen. Dit is een...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gehandicapt

gehandicapt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-han-di-capt 1. met een lichamelijk of geestelijk gebrek ♢ ze hebben een gehandicapt kind Bijvoeglijk naamwoord: ge-han-di-capt de/het gehandicapte ... Syno...

2024-04-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

gehandicapt

(uitspraak: ge-HEN-di-kept, in België: ge-HAN-di-kapt) Zie (ook) beperking

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gehandicapt

gehinderd door een gebrek

2024-04-19
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Gehandicapt

Gehandicapt - ironische aanduiding voor lesbisch of homo. Zie ook ziek.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gehandicapt

belemmerd, iets in zijn nadeel hebbend

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehandicapt

bn. (benadeeld, belemmerd); zie handicappen.