Wat is de betekenis van gehaast?

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gehaast

gehaast - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-haast 1. erg snel en vluchtig ♢ het was een gehaaste ontmoeting Bijvoeglijk naamwoord: ge-haast ... is gehaaster dan ... de/het gehaaste ......

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gehaast

adj. & adv., ha(e)stich, fleanderich, fljoggerich, oerdreaun; zeer zijn, yn 'e brân stean, de brân yn ’t gat, liif hawwe; — en met inspanning lopen bokselje.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehaast

bn., bw. (door haast gedreven): zeer gehaast; hij kwam gehaast binnen, met haast.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gehaast

bn. en bw. door haast gedreven: wat ben je weer -! loop je zo -?

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gehaast

I. zn. o., het telkens of aanhoudend zich haasten, het haastmaken als iets nodeloos, overdrevens of lastigs voorgesteld: dat was me een en gejacht om bijtijds klaar te komen; II. bn. en bw., uit gejaagdheid of anderszins zich haastend, door haast gedreven: wat ben je weer -, je hebt nog tijd genoeg; — werken, eten.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gehaast

Het begrip gehaast heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gehaast - GEHAAST, o. het telkens of aanhoudend zich haasten, het haastmaken, als iets noodeloos, overdrevens of lastigs voorgesteld: dat was me een gehaast en gejacht om bijtijds klaar te komen. 2. gehaast - GEHAAST, bn. (van personen) uit gejaagdheid, om drukke bezigheden of andere redene...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)