Wat is de betekenis van Geestkracht?

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geestkracht

s., geastkrêft, kriich, helm.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geestkracht

v. (kracht van de geest): een man van geestkracht, vastberadenheid; geestkracht aan den dag leggen, vastheid van wil.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geestkracht

v. kracht van de geest zich openbarend door zelfbeheersing en vastberadenheid: een grote hebben, aan de dag leggen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geestkracht

v./m., kracht van de geest, zich openbarend door zelfbeheersing, vastheid van karakter en een volhardend streven naar een bepaald doel, waarvan men zich in geen enkel opzicht laat afschrikken: van getuigen; met bedeeld zijn.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geestkracht

GEESTKRACHT, v. kracht van den geest, zich openbarende door zelfbeheersching, vastheid van karakter en een volhardend streven naar een bepaald doel, waarvan men zich door geenerlei bezwaren laat afschrikken eene groote, geweldige geestkracht; met geestkracht bedeeld zijn; eene groote geestkracht hebben, aan den dag leggen, enz.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Geestkracht

Geestkracht, v. gmv. kracht -, sterkte van den geest. *...KUNDE, v. gmv. geestenleer. *...MAKING, v. gmv. (scheik.) overhaling van een vast ligchaam tot geest, spiritualisatie. *...RIJK, bn. (-er, -st), veel geest of vernuft hebbende; met veel spiritus (in vochten); -e dranken. *...VERMOGEN, o. gmv. vermogen van het verstand.