Geestkracht
s., geastkrêft, kriich, helm.
M. J. Koenen's (1937)
v. (kracht van de geest): een man van geestkracht, vastberadenheid; geestkracht aan den dag leggen, vastheid van wil.
Jozef Verschueren (1930)
v. kracht van de geest zich openbarend door zelfbeheersing en vastberadenheid: een grote hebben, aan de dag leggen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., kracht van de geest, zich openbarend door zelfbeheersing, vastheid van karakter en een volhardend streven naar een bepaald doel, waarvan men zich in geen enkel opzicht laat afschrikken: van getuigen; met bedeeld zijn.
J.H. van Dale (1898)
GEESTKRACHT, v. kracht van den geest, zich openbarende door zelfbeheersching, vastheid van karakter en een volhardend streven naar een bepaald doel, waarvan men zich door geenerlei bezwaren laat afschrikken eene groote, geweldige geestkracht; met geestkracht bedeeld zijn; eene groote geestkracht hebben, aan den dag leggen, enz.
I.M. Calisch (1864)
Geestkracht, v. gmv. kracht -, sterkte van den geest. *...KUNDE, v. gmv. geestenleer. *...MAKING, v. gmv. (scheik.) overhaling van een vast ligchaam tot geest, spiritualisatie. *...RIJK, bn. (-er, -st), veel geest of vernuft hebbende; met veel spiritus (in vochten); -e dranken. *...VERMOGEN, o. gmv. vermogen van het verstand.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: