Wat is de betekenis van geestelijk?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geestelijk

geestelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. betrekking hebbend op de geest, de psyche De pasgeboren baby was geestelijk gezond. 2. betrekking hebbend op godsdienst Woordherkomst afgeleid van geest met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- Synoniemen [1] mentaal, spiritue...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

geestelijk

geestelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gees-te-lijk 1. wat het denken, voelen en willen betreft ♢ geestelijk is hij nog sterk, maar lichamelijk niet 2. wat met godsdienst te maken heeft ...

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

geestelijk

geestelijk - Mensen die bij een christelijke kerk horen of ervoor werken.

2024-04-19
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

geestelijk

op de geest of het goddelijk beginsel van het christendom betrekking hebbend; van het goddelijk beginsel van het christendom doordrongen.

2024-04-19
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

GEESTELIJK

moet voor een Christen vóór alles heten al wat door de H. Geest gewerkt, iets van zijn aard vertoont. De geestelijke mens staat dan tegenover de „psychische”, de louter natuurlijke mens, die de Geest niet heeft (Jud. 19) bij Paulus meestal tegenover de zwak-zondige, de ,,vleselijke" mens (bijv. Gal. 3 : 3-6; 5 : 13 vv...

2024-04-19
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Geestelijk

door de bewuste psyche bepaald, daartoe behorend of daarop gericht.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geestelijk

adj., geastlik.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geestelijk

I. bn., bw. (1 op de geest [bet. 1 betrekking hebbend, aan de geest eigen zijnde; tegenstelling van stoffelijk, zinnelijk, lichamelijk; 2 in de gedachten bestaande; 3 op de geest [bet. 6] betrekking hebbende; 4 betrekking hebbende op het onsterfelijke deel van den mens; tegenst. van werelds of aards; 5 op de Kerk en haar belangen betrekking hebbend...