Wat is de betekenis van geep?

zeevis. zeevis met een lang en slank lichaam, een lange, dunne, puntig toelopende bek en een rugvin dichtbij de staart. Als voorwerpsnaam. Voorbeelden: Elke zomer kijk ik reikhalzend uit naar het tijdstip dat de geep weer onder de kust komt. In het voorjaar zitten ze nog in Scandinavië en in mei, juni komen ze onze kant o...

1) (19e eeuw) (scheldw. lang, mager meisje. Volgens Van Dale gewestelijk. De geep is een soort snoek met een lang, afgeplat lichaam. In Groningen blijkbaar enkel van toepassing op een lange kerel. • geepe (Veenkol.), spottend voor: lange vent. (v. Dale: geep, geepe, soort van zeevisch, tot de familie der snoekachtige visschen behoorende, enz.)...

geep - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Belone belone, een smalle ranke zeevis met afgeplat lichaam en een lange snavelvormige bek

Zoutwatervis, doch in Nederland weinig bekend, maar in Engeland vrij veel gegeten. De wel één meter lange smalle en dunne vissoort heeft een olieachtige smaak. Maar als de huid wordt afgestroopt en het visvlees in water, azijn en zout wordt geweekt verdwijnt ook deze smaak. De graat van de geep wordt bij het bereiden groen van kleur.

lang, mager meisje. Volgens Van Dale gewestelijk. De geep is een soort snoek met een lang, afgeplat lichaam. Vgl. gepekop.Ik wilde niet riskeren dat een of andere geep dezelfde tatoeage zou nemen. (Angela Groothuizen in Nieuwe Revu, 27/08/1992)

→ Zeevissen.

Geep - Deze zeevis met zijn snavelvormige bek en de — in mijn ogen grap¬pige — Latijnse naam Belone belone is een jager bij uitnemendheid, die in scholen zwemt en in het voorjaar aan onze kust verschijnt (vroeg: in april, maar bij een koud voorjaar later tot in het begin van de zomer toe). Een volwassen geep kan een lengte van 90 cm...

Gepen zijn niet de gemakkelijkste vissen om in gevangenschap te houden. Ze zijn zeer schrikachtig en hebben als bewoners van de open zee van nature geen enkele ervaring met obstakels op hun weg. Het zijn pelagische vissen, wat wil zeggen dat ze vlak onder de oppervlakte leven. Bij schrik gaan ze er in open zee, recht toe, recht aan, in wilde vaart...

(Fr.: gib). Vis met groene graten. Komt in het voorjaar op de kust en wordt vnl. in mei-juli gevangen, ook in de Waddenzee.