gedenken
gedenken - Werkwoord 1. (ov) stilstaan bij iets Woordherkomst afgeleid van denken met het voorvoegsel ge- Verwante begrippen zich herinneren, herdenken
Wiktionary (2019)
gedenken - Werkwoord 1. (ov) stilstaan bij iets Woordherkomst afgeleid van denken met het voorvoegsel ge- Verwante begrippen zich herinneren, herdenken
Direct toegang tot alle 9 resultaten over Gedenken?
Muiswerk Educatief (2017)
gedenken - onregelmatig werkwoord uitspraak: ge-den-ken 1. speciaal aan iets of iemand terugdenken ♢ vandaag gedenken wij de Tweede Wereldoorlog Onregelmatig werkwoord: ge-den-ken ik gedenk ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., (bi) tinke, fiere.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. denken, menen; gedenken, herinneren, heugen; ich werde es ihm gedenken, ik zal het hem betaald zetten; dessen nicht zu gedenken, om daarvan niet te spreken. 2. Gedenken: het herdenken, herinnering.
M. J. Koenen's (1937)
gedacht, h. gedacht (zich iets of iem. voor de geest brengen, herinneren): gedenk mijner; aan iets of iem. gedenken; iets of iem. gedenken; b.v. op de 3e Oct. gedenkt men Leidens ontzet; iem. in zijn testament gedenken, hem iets vermaken; Z.-N. het gedenkt mij. heugt mij.
Jozef Verschueren (1930)
(gedacht, heeft gedacht) 1. denken aan, zich herinneren: aan iemand of iets -; aanzien doet -; gedenk mijner. 2. in woorden of daden doen blijken dat men aan iemand of iets denkt: iemand in zijn gebeden -; door feestelijkheden een overwinning -. ➝ testament.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(gedacht, heeft gedacht), I. onoverg. 1. zich herinneren, zich (iets uit het verleden) voor de geest brengen; 2. voortdurend voor de geest hebben, niet vergeten; (van zonden, zondige daden, misdaden enz.) ze —, ze niet vergeten en vergeven, ze niet ongestraft laten; iemand in zijn gebeden — , voor hem bidden, in zijn gebeden hem indac...
J.H. van Dale (1898)
GEDENKEN, (gedacht, heeft gedacht) zich herinneren, niet vergeten: gedenk den Sabbatdag, dat gij dien heiligt; (bijb.) (van zonden, zondige dagen, misdaden enz.): er aan gedenken of ze gedenken, ze niet vergeten en vergeven, ze niet ongestraft laten: gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen, o Heere; — iemand (aan iem...
I.M. Calisch (1864)
Gedenken, bw. onr. (ik gedacht, heb gedacht), denken aan; iets in de gedachte houden; zich herinneren; melding maken -, gewagen van; zich voornemen; gedenk den armen; gedenk mijner, denk aan mij; gedachte (bovenbedoelde, bovengenoemde) persoon.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.