Wat is de betekenis van gedag zeggen?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gedag zeggen

(1974) (Barg.) (vanuit het standpunt van de vrouw) geslachtsgemeenschap hebben. 'Hij zegt me maar één keer per week gedag.' Syn.: goeiendag* zeggen. In de preutse negentiende eeuw werd elke expliciete omschrijving van de geslachtsdaad zoveel mogelijk vermeden. Men zocht zijn toevlucht tot allerlei verhullende termen en ui...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

gedag zeggen

Geslachtsgemeenschap hebben (vanuit het standpunt van de vrouw). Verouderde Bargoense uitdrukking, vermeld door Endt (1974) en Heestermans. In de preutse negentiende eeuw werd elke expliciete omschrijving van de geslachtsdaad zoveel mogelijk vermeden. Men zocht zijn toevlucht tot allerlei verhullende termen en uitdrukkingen. Eveneens in het Frans:...

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

gedag zeggen

gedag zeggen - geslachtsgemeenschap hebben, vooral vanuit de visie van de vrouw gezegd (Zie ENDT).