gebroed
1) (14e eeuw) (pej.) slecht volk, gepeupel. In het middelnederlands was ‘broed’ veel gebruikelijker. • Maar voorzichtig, arm onnadenkend volk! Dat rijk gebroed loert op buit ten koste van uw ziel en uw leven. (J.J. Cremer: Romantische Werken. 1880) • Als je dat Chineesche gebroed niet overbluft, spelen ze den baas...