gebrand
(1906) (Barg.) schuldig; veel op zijn geweten (hebben). 'Een gebrande jongen'. • Gebrand, gebrande jongen: iemand, die veel op zijn kerfstok heeft. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Een gebrande jongen. (kop in De Volksvriend, 02/12/1909) • gebrande jongen, iemand die veel op zijn kerfstok heeft (J.G.M...