geboefte
geboefte - Zelfstandignaamwoord 1. boevenvolk, gespuis Woordherkomst afgeleid van boef met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft
Wiktionary (2019)
geboefte - Zelfstandignaamwoord 1. boevenvolk, gespuis Woordherkomst afgeleid van boef met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., een menigte boeven, gemeen, slecht volk; mensen waarop de spreker of schrijver met verachting neerziet: er zwerft – genoeg langs de weg.
J.H. van Dale (1898)
GEBOEFTE, o. eene menigte boeven, gemeen, slecht volk; menschen, waarop de spreker of schrijver met verachting nederziet: er zwerft slecht geboefte genoeg langs den weg; — het groot geboefte, slecht volk uit de hoogere standen; (bij uitbr. schimp.) haveloos volk, kanalje jaag dat geboefte voor de deur weg !
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: