Wat is de betekenis van gebelgd?

2024-04-25
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

GEBELGD

UIT: Honderdduizenden Marokkanen op straat tegen Westerse bemoeienis (Gazet van Antwerpen, 29 november 2010) CONTEXT: De Marokkaanse publieke opinie is vooral GEBELGD over de houding van de westerse landen in het conflict met Algerije. : gekwetst, boos, verontwaardigd UITSPRAAK: [guh-belgt] WOORDFEIT: Gebelgd is het voltooid deelwoord van het v...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebelgd

gebelgd - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg kwaad De gebelgde student was woedend omdat hij gezakt was voor zijn examen. Woordherkomst Naamwoord van handeling belgen Synoniemen boos, verbolgen, kwaad, driftig, verstoord

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gebelgd

Gebelgd, dat wil zeggen: boos, geërgerd, is eigenlijk het voltooide deelwoord van het werkwoord belgen, dat vroeger sterk was, zoals nog blijkt uit de vorm (ver)bolgen, maar dat later zwak geworden is. Het werkwoord is afgeleid van het zelfstandig naamwoord balg, dat nu nog over is in het woord blaasbalg. Een balg is een zak, een omhulsel en v...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gebelgd

adj., rekke, stikelich, hoannich, kiezzich.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gebelgd

bn., verstoord, gekwetst.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)