gazet
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Marc De Coster (2020-2025)
(1950) (Vlaanderen, Barg.) bankbriefje van 1000 Belgische frank. • Gazet: bankbriefje van 1000 fr. Zinspeling op het groot formaat der briefjes van duizend frank, die in omloop zijn geweest. (Oostvlaamsche Zanten. Mededelingen van de bond der Oostvlaamse folkloristen, september-december 1950)
Wiktionary (2019)
gazet - Zelfstandignaamwoord 1. (media) klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws Woordherkomst Afkomstig van het Franse gazette, dat zelf afkomstig is uit het Italiaanse gazetta wat oorspronkelijk een munteenheid was (ter waarde van een krant). Dit Latijnse woord was in de...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
krant Maar die Carnero, die Spanjaard van mijn voeten, is een mannetje zonder spieren, met een renteniersbuik; volgens mij kan hij niet eens door een gazet slaan! (Gaston Duribreux, Spiegel en bokswant) In Nederland lees je op zaterdag nog net de opstellingen in de krant, in België zitten drie, vier landelijke gazetten...
Peter Bakema (2003)
(de, -ten) dagblad, krant: Gazet van Antwerpen Ik denk dat ze van mijn bestaan afwist. Ik lees ook elke dag mijn gazet en ik heb natuurlijk wel gehoord van minister Durant, maar ik heb geen idee waarom ze ons aan elkaar gekoppeld hebben. - Humo 12-08-2002.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. gazette, van lt. gazetta, oorspr. een muntstukje (= lett.: ekstertje, van gazza = ekster)] munt waarvoor men in 1600 gedrukte nieuwsblaadjes kon kopen; later is de naam overgegaan op het blaadje zelf; (Z.N.) blad, krant (bijv.: de Gazet van Antwerpen).
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: