GASTMAAL
(Fr.: gastmiel, vroeger gastbod). Het te gast gaan (Fr.: gastje) en het ontvangen van gasten was in bepaalde tijden van het jaar op het Fr. boerenland algemeen. Er werd zeer veel gegeten en gedronken. W. Dijkstra beschrijft zo’n G. uitvoering (Uit Frl.’s Volksleven i, 319-325).