gard
gard - Zelfstandignaamwoord 1. een roe ♢ Vol verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard. Synoniemen roede, spitsroede, stokje Verwante begrippen garde Zie ook gaard, gård
Wiktionary (2019)
gard - Zelfstandignaamwoord 1. een roe ♢ Vol verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard. Synoniemen roede, spitsroede, stokje Verwante begrippen garde Zie ook gaard, gård
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[vgl. MNed. gaarde = tak, gaert = roede] roede om te tuchtigen, bestaande uit bosje takken (thans nog als attribuut van Zwarte Piet bij Sinterklaasfeest).
Jan Zellenrath (1979)
Een van de 3 departementen die de grootste wijnproducenten zijn; de 2 andere zijn de Aude en de Hérault. Afgezien van de stevige rode Costières (→ VDQS) en de → Clairette de Bellegarde, een witte wijn, produceert de Gard uitsluitend gewone wijnen.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(1) of Gardon ( Var do), rechterzijrivier van de Rhône, die in de bergstreek van Gévaudan, tot de Cevennes behorend, uit de Gardon d’Alès en de Gardon d’Anduze ontstaat, door de Gardonnenque stroomt en daarna een erosiedal met steile kalkrotswanden en talrijke bochten vormt, waarin het water somtijds ge...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Gard - 1° dept. in Z. Frankrijk, opp. 5.881 km2, 406.815 inw. (1931), 70 per km2; hoofdstad Nîmes. Het dept. strekt zich uit van den voet der Cevennes tot de strandmeren en duinen bij de Midd. Zee. Belangrijk is de veeteelt (schapen, geiten, muildieren); daarnaast wijn, olijven, moerbeien. Bij Alès wordt steenkool gevonden, verder...
Jozef Verschueren (1930)
(gart) v. (-en ; -je) [msch. ~ Lat. hasta, stang] roede : de van St. Niklaas ; hij moet de nog hebben, hij moet nog onder tucht staan. → plak.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: