Wat is de betekenis van Gapkoers?

2024-04-18
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Gapkoers

willekeurige koers, waarbij de bij een fonds betrokken personen een schijnverkoop aangaan, waardoor ze de verhandelde stukken in hun voordeel hoger of lager afdoen.

2024-04-18
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gapkoers

valse koers (van effecten)

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gapkoers

m. -en (handel: valse koers).

2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gapkoers

Gapkoers - term in den effectenhandel, gebruikt voor den koers van fictieve transacties, door een beursman opgegeven, ten einde den gemiddelden koers in voor hem gunstigen zin te beïnvloeden.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gapkoers

('gap) m. (-en) Hand. valse koers.

2024-04-18
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gapkoers

Gapkoers - beurskoers (van effecten) gemaakt door bij een fonds betrokken personen, die een schijnverkoop tegen lageren (hoogeren) koers aangaan, om stukken, die verhandeld moeten worden te hunnen voordeele, lager (of hooger) af te doen. Gappen = stelen.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gapkoers

GAPKOERS, m. (-en), (hand.) valsche koers.

Gerelateerde zoekopdrachten