Wat is de betekenis van gangbaarheid?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gangbaarheid

gangbaarheid - Zelfstandignaamwoord 1. gewoon, niet bijzonder zijn van iets De gangbaarheid van het spreekwoord blijkt ook uit het voorkomen ervan op zestiende-eeuwse verbeeldingen van spreekwoorden (…) 1. (economie) (van geld) algemeen als betaalmiddel aanvaa...

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gangbaarheid

v., 1. geldigheid: de van bankpapier; 2. het algemeen in-gebruik-zijn: de — van een uitdrukking; 3. het algemeen heersend, het in-omloop-zijn: de van gevoelens, die vijftig jaar geleden als ketterij werden gebrandmerkt.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gangbaarheid

GANGBAARHEID, v. geldigheid: de gangbaarheid van bankpapier; in gebruik zijn: de gangbaarheid van eene uitdrukking; — algemeen erkend wordende: de gangbaarheid van gevoelens, die voor vijftig jaren als ketterij werden gebrandmerkt.

Gerelateerde zoekopdrachten