Wat is de betekenis van Gamaliel?

Hebreeuws 'God (is) mijn vergelder'. Onder meer de naam van een joodse wetgeleerde, de leermeester van Paulus: 'opgevoed aan de voeten van Gamaliël' (zie de Bijbel, in Handelingen 22, 3); zie ook Handelingen 5, 34-40.

m Hebr. 'God (is) mijn vergelder’. Onder meer de naam van een joodse wetgeleerde, de leermeester van Paulus: 'opgevoed aan de voeten van Gamaliël’ (Hand. 22,3); zie ook Hand. 5, 34-40.

zoon van Hillel, beroemd schriftgeleerde ten tijde van Jezus, leermeester van Paulus (Hand. 5 : 34).

(10-40 n.C.), Joods schriftgeleerde, leermeester van Paulus, bekend om zijn verdraagzaamheid.

is de naam van verschillende Joodse schriftgeleerden in Palestina, van wie de in Hand. 5 : 34 vermelde Gamaliël de Oudere het bekendst is. Deze was in Jezus’ dagen lid van het Sanhedrin en wist te bewerken, dat de Joodse Raad afzag van het voornemen, bloedige maatregelen te nemen tegen de Apostelen. Gamaliël was een van de leermeest...

i/h Nieuwe Testament Farizeesch wetgeleerde, leeraar v. Paulus, zeer verdraagzaam.

Gamaliël - leermeester van den H. Paulus (Act. 22. 3), in de Misjna wegens zijn grooten eerbied voor de wet geprezen. Zijn rede in den Hoogen Raad ten gunste van de apostelen (Act. 5. 34-39) getuigt voor zijn bezadigd en edel karakter.

(ga'ma:liël) beroemd schriftgeleerde te Jeruzalem ten tijde van Jezus; leermeester van de H. Paulus.

I. Gamaliël, de zoon van Pedazur, de oudste der kinderen van Manasse (Num. 2 : 20; 7 : 54, 59; 10 : 23). II. Gamaliël, de vermaarde Schriftgeleerde, de leermeester van den apostel Paulus (Hand. 5:34 v.; 22 : 3). Hij was, volgens de overlevering, een kleinzoon van Hillel, en wordt in den Talmud de oude genoemd, in onderscheiding van zijn g...