Wat is de betekenis van Galligheid?

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

galligheid

v., 1. galachtigheid (van mensen); 2. (ook: het ongans), ziekte van m.n. schapen, vroeger ten onrechte aan de gal toegeschreven, die ontstaat door het grazen op moerassige en zure weiden of het gebruik van bedorven voedsel in natte jaren, en zich kenmerkt door ontsteking van de keelgang, bloeding van het tandvlees, opzwelling van de buik en voortd...

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Galligheid

GALLIGHEID, v. galachtigheid (van menschen): ’t is niets dan galligheid, dat u zoo onpleizierig maakt; (van dieren, inz. schapen) ziekte, oudtijds verkeerdelijk aan de gal toegeschreven, ontstaande door het weiden op moerassige en zure weiden of het gebruik van bedorven voedsel in natte jaren, en zich kenmerkende door ontsteking van de keelgang, bl...