galligheid
v., 1. galachtigheid (van mensen); 2. (ook: het ongans), ziekte van m.n. schapen, vroeger ten onrechte aan de gal toegeschreven, die ontstaat door het grazen op moerassige en zure weiden of het gebruik van bedorven voedsel in natte jaren, en zich kenmerkt door ontsteking van de keelgang, bloeding van het tandvlees, opzwelling van de buik en voortd...