Wat is de betekenis van gallig?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gallig

gallig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (figuurlijk) gemoedstoestand , bitter 2. lijkend op gal dus geel en bitter 3. schurftig als huiduitslag Woordherkomst afgeleid van gal met het achtervoegsel -ig Synoniemen [1] boos, gramstorig, bits, onaangenaam, knorrig, chagrijnig, vitterig, ontevreden, wrevelig, iezegrimmig, verstoo...

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gallig

noemt men een dier (schaap of rund) dat kennelijk lijdende is aan een infectie met de leverbot. Ook spreekt men, vooral bij paarden, van g. beenwerk als er gallen aan voorkomen.

2024-04-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gallig

galachtig; zwartgallig, verbitterd.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gallig

bn. (lijdende aan overmaat van gal; fig. vero.: driftig, gemelijk): hij is wat gallig; de schapen worden soms gallig en sterven.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gallig

('galləch) bn. (-er, —st) 1. te veel gal hebbend : men ziet wel aan zijn gele kleur dat hij is. 2. Veroud. gemelijk, gramstorig.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gallig

Het begrip gallig heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gallig - GALLIG, bn. (-er, -st), te veel gal hebbende, door de gal geplaagd: men kan wel aan zijne kleur zien dat hij gallig is; (gew.) hij ziet er gallig uit, zeer slecht; de schaden werden gallig en stierven bij menigte; — gallig van humeur zijn, brommerig, vitterig, over alles ontev...

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)