gajes
tuig. laag en slecht volk; tuig. Voorbeelden: Somber belde ik Emilie op en berichtte haar: 'Het gepeupel is los.' 'Wat?' zei ze. 'Nou, het gajes dan, het janhagel, mariehagel.' En ik las haar de boven geciteerde tekst voor. Maar Emilie vond dat ik toch vooral niet moest denken dat alle vrouwen zo zijn, w...