Wat is de betekenis van gajes?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gajes

tuig. laag en slecht volk; tuig. Voorbeelden: Somber belde ik Emilie op en berichtte haar: 'Het gepeupel is los.' 'Wat?' zei ze. 'Nou, het gajes dan, het janhagel, mariehagel.' En ik las haar de boven geciteerde tekst voor. Maar Emilie vond dat ik toch vooral niet moest denken dat alle vrouwen zo zijn, w...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gajes

(1897) (< Jidd.) (inf.) slecht volk; gespuis. Syn. geteisem*; uitvaagsel*. 'Dof gajes' is Bargoens voor politie in burger. 'Gebeft gajes' zijn rechters. Linkgajes zijn mensen die niet te vertrouwen zijn. Tof gajes is dan weer goed volk. Tijdens de bezettingstijd in Nederland circuleerde een rijmpje m.b.t. de ingezetenen van de strafgevangenis...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gajes

gajes - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) geboefte, tuig, slecht volk, geteisem Woordherkomst Herkomst: Bargoens, van het Jiddische chajjes (leven)

2024-04-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gajes

volk; mensen; tuig In 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst van Herman Heijermans in De Gids. In een voetnoot staat als verklaring bij dit woord slechts ‘scheldwoord’ -- de betekenis wordt niet uitgelegd. Vervolgens in 1899 opgenomen in de Woordenschat van De Beer en Laurillard, met als betekenis ‘dienders’. In 1906...

2024-04-19
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

gajes

(Bargoens) politieagenten; meer algemeen: volk, mensen, maar vooral: slecht volk, gespuis. Tijdens de bezettingstijd in Nederland circuleerde een rijmpje m.b.t. de ingezetenen van de strafgevangenis in Scheveningen (destijds het Oranjehotel genoemd, omdat er veel verzetsstrijders gevangen zaten). Dit rijmpje ging als volgt: In deze bajes, zit geen...

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Gajes

om - gaan om zeep gaan; sterven. Om gajes makenis ‘doden’. Bargoens gajesbet. ook ‘slecht volk’ (afgeleid van Hebreeuws gojjiem, mv. van ‘volk, mensen’, maar gaat in deze uitdr. terug op Hebreeuws gajus ‘levensonderhoud’. Al bij Koster Henke.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gajes

slecht volk; mensen (Barg.)

2024-04-19
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Gajes

(met g van gut) niet-joden; met zelfst. betekenisontwikkeling uit Hebreeuws gajies, soldaten, legioen; hiervan Bargoens gajes (met g = ch) = volk, mensen; ook alleen Bargoens; gebeft gajes = rechters, advokaten; vergelijk chajjes.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gajes

(Barg.) volk, mensen; blinkende gajes: politieagenten in uniform; dof gajes: speurders, rechercheurs; link gajes: lui, die niet te vertrouwen zijn; tof gajes: volk, waarop te vertrouwen is