gaga
(1859) (< Fr. seniel) (inf.) zwak; krankzinnig; stapelgek. Het gaat om een klanknabootsende vorming (eig. het gebrabbel van een kind of seniel persoon). Als zelfstandig naamwoord en scheldwoord nog weinig frequent. Volgens sommigen zou het afgeleid zijn van de naam van de Franse schilder Paul Gauguin (omdat hij leed aan doodsangst) maar die verk...