Wat is de betekenis van Gadget?

2024-04-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

gadget

(zelfstandig naamwoord) [alg.] speeltje, snufje, hebbedingetje, hebbeding, snuisterij - Op zijn verjaardag wordt een veertigjarige, die dus alles al heeft, bedolven onder de hebbedingtjes.

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gadget

gadget - Zelfstandignaamwoord 1. een klein, min of meer nutteloos voorwerp Het cadeau dat ik kreeg was niet meer dan een gadget.

2024-04-24
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

gadget

(Eng.; uitvinding, foefje) Meestal door een partnership zelf bedachte conventie, die uitkomst kan bieden in specifieke biedsituaties.

2024-04-24
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gadget

(Eng.; mog. Fr. gâchette of Fr. dial. gagée ‘apparaat’. Oorspronkelijk een zeevaartterm. In het Engels is er al een vindplaats uit 1886; Koenen en Smits 1992 leiden het woord af van de naam van de Franse technicus Gaget, die in 1888 betrokken was bij de montage van het Vrijheidsbeeld in New York), grappig maar nutteloos apparaat, bijvoorbeeld een l...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gadget

[Eng.] vernuftig uitgedacht apparaatje of ding.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gadget

hebbedingetje

2024-04-24
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

gadget

Kleinigheid die vooraf aan een mailing wordt verstuurd, om zodoende de nieuwsgierigheid op te wekken voor de mailing. De gimmick kan ook tegelijk met de mailing worden meegestuurd. Zie ook: gimmick.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

gadget

uitvindsel, truc, middeltje, ding, gereedschap, instrumentje.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)