Wat is de betekenis van Gaasbeek?

Belg. dorp in de prov. Brabant. Sedert de 13e eeuw een belangrijke heerlijkheid. Dit leidde tot moeilijkheden met de stad Brussel. Het kasteel werd 1388 door de Brusselaars gedeeltelijk verwoest, maar later herbouwd. De heerlijkheid kwam via diverse geslachten (o.a. van → Abcoude-Gaasbeek) in handen van de familie Arconati-Visconti (1796-1923)...

gemeente in België, prov. Brabant. 368 ha, 354 inw. Landbouw. Kerk uit de 16e eeuw.

is een gemeente in Belgisch Brabant, in het Pajottenland, op heuvelachtige leembodem (368 ha), geschikt voor landbouw. Inw. (1948) 359; In de middeleeuwen leidden wrijvingen tussen de heer van Gaasbeek en de stad Brussel in 1388 tot de moord op Everard T’Serclaes, eerste schepen van Brussel, waarna de Brusselaars het heerlijke kasteel gedeelt...

Gaasbeek - gem. in de Belg. prov. Brabant, ten W. van Brussel; opp. 368 ha; ca. 350 inw. Middeleeuwsch burchtslot, verbouwd en gerestaureerd in de 19e eeuw, thans Belg. staatsdomein en toegankelijk voor het publiek, evenals het boschpark, waarin bij een vroeger veel bezochte St. Geertruidebron een mooie Barokke kapel.In het dal beneden het kasteel...

('ga:zbe:k) [gaas, msch. ~ Middelhoogduits jesan, gisten] gemeente in Brabant, 368 ha, 345 inw. Landbouw; beroemd kasteel.

Belg. dorp, vm. gemeente in de prov. Brabant (arr. Halle-Vilvoorde), 3,68 km2, 355 inw. Licht verstedelijkt (60 % van-de actieve bevolking is woonforens). Het kasteel van Gaasbeek (12e eeuw; herhaaldelijk verwoest), grotendeels in 16eeeuwse staat bewaard, is in gebruik als museum en archief; met de omgeving (staatsdomein) is het een recreatiegebied...