Wat is de betekenis van gaarde?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gaarde

gaarde - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m)? (scheepvaart) bij een kaag: de kabels waarmee de spriet in de vaarrichting gehouden wordt 2. (f)/(m)? de meestal gegalvaniseerde stalen draad met behulp waarvan riet op een dak strak gebonden wordt 3. (f)/(m) taai, recht wilgenhout voor rijswerk 4. ...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gaarde

V. -n (lit. t. of gew. lusthof, tuin: in samenst. meer gewoon): de velden in, naar bos en gaarde! een blijde lentegaarde: zie boomgaard, wijngaard.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gaarde

Gaarde - of lat, taai, recht en gelijk gegroeid water-wilgenhout, dat gebruikt wordt voor rijswerk. De lengte is 2 à 4 m, de dikte 2 à 3 cm. De g. worden geleverd in bossen van 40 stuks met 2 banden gebonden.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gaarde

('ga:rdә) v. (-n) gaard.

2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gaarde

Gaarde - Bij rijsmaterialen spreekt men van gaarden of latten; dat zijn de lange en dikke rijzen, waarvan men do tuinen vlecht. Men onderscheidt naar de afmetingen en houtsoort: Hollandsche, Brabantsche en Geldersche gaarden. De Holl. g. komt in den handel voor in bossen van 40 stuks, ze is met de blees 2.70 a 2.80 M. lang en heeft een omtrek van 4...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gaarde

Het begrip gaarde heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gaarde - GAARDE, v. (-n), gaard. 2. gaarde - GAARDE, v. (-n), zie GEERDE.

2024-04-19
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Gaarde

zie Hof.