Gaard
Zie Gerard
Wiktionary (2019)
gaard - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m)? (scheepvaart) bij een kaag: de kabels waarmee de spriet in de vaarrichting gehouden wordt 2. (f)/(m)? de meestal gegalvaniseerde stalen draad met behulp waarvan riet op een dak strak gebonden wordt 3. (f)/(m) taai, recht wilgenhout voor rijswerk 4. (...
Jozef Verschueren (1930)
I. (ga:rt) m (-en) [~ gorden: omheinde ruimte] Dicht. tuin: de velden in! naar bos en ! Syn. hof, park, tuin, warande. II. (ga:rt) v. (-en) gard.
J.Pluim (1911)
(tuin) en afgeleid van een werkw., dat omringen, omsluiten bet. (vgl. gordel); gaard is dus: de omringde plaats; Hgd. Garten, Oudfr. gardin, later jardin; Lat. hortus (de h en de g zijn verwant); Russisch: gorod = stad, bijv. Novgorod; Got. garda = stal, — alle dus: een afgesloten plaats.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: